<< week terug << terug naar overzicht >> week verder >>
Maandag 21 januari, Macuto Venezuela
Vandaag weer met een frisse neus de bureaucratiekoffer ingedoken. Eerst maar
even naar de haven om een aantal telefoontjes te plegen. Weinig succes, toch nog
maar een keer de Touring y Automobil Club gebeld en jawel, de persoon die
ik moest hebben is aanwezig en geeft me het adres en telefoonnummer van de tot
nu toe onbekende mijnheer Rodriquez. Die ik daarna een belltetje geef, en mij in
het engels te woord staat en maak meteen voor morgen een afspraak met
hem. Hij verteld me welke documenten ik moet hebben en ik heb de meeste kan ik
morgenochtend nog een regelen bij de luchthaven, hoop ik… Maar een aankoopbon
van mijn motor die heb ik niet, ik heb hem particulier gekocht. Tja dat is een
probleem zegt de goede man. Zonder die bon lukt het zeker niet. Oh nee zeg ik
die heb ik toch wel. En we maken een afspraak voor morgen. Een aankoopbon van
mijn motor daar is niet zo moeilijk aan te komen. Ik heb mijn laptop hier bij
me, en haal wel wat logo’tjes van het internet. Safe Motors in Amsterdam dat
wordt de firma, met de logo en het adresgegevens van het internet flans ik een
paar uurtjes een knap uitziende aankoopbon in elkaar, om vijf uur vind ik de bon
zelf ook overtuigend genoeg en race naar de stad om hem te laten uitprinten.
Daar maak ik weer een kopietje van om het er wat ouder uit te laten zien. Nu
maar hopen dat de heer Rodriguez er ook in trapt. Om me zelf wat importkosten te
besparen heb ik het aankoopbedrag ook meteen maar even wat verlaagt.
Om mijn maag te laatste test te geven gaan we vanavond voor de lokale
specialiteit de vissoep. Als ik dit kan binnenhouden dan ben ik volgens mij
klaar voor het echte Zuid Amerikaanse eten. Ik heb er tot nu nog erg om gedacht
met het eten, want ik weet als je eerste paar dagen van je vakantie de verkeerde
bacteriën in je maag krijg je al gauw de komende tijd in de zittende
positie doorbreng, en dan heb ik het niet over een terras met stoelen.
Dat de vissoep hier een specialiteit is, is zeker niet overdreven. Ik krijg een
grote schaal met daarin grote schelpen met verschillende oester en andere
schelpdieren, grote roze garnalen, inktvis, verschillende kreeften en wit vlees
van de tonijn en andere vissen. Waarschijnlijk ben ik er een paar vergeten, de
ober komt af en toe langs om de beestjes van hun correcte spaanse namen te
voorzien. Dit alles was lekker Caribisch gekruid, en met een knoflookbrood
erbij.
Als ik na deze koningsmaal voldaan in mijn reisboek van Zuid-Amerika aan
bladeren ben, kom ik wat informatie tegen over het importeren van een auto in
Venezuela, in mijn geval dus een motor. Hier staat in dat ik naar met het bewijs
dat mijn motor is aangekomen naar de internationale luchthaven moet gaan. En dat
ik daar een bewijs krijg waarmee ik zonder problemen mijn motor door de Douane
kan krijgen. Nou, het zal wel… morgenochtend eerst maar even naar de
luchthaven dan.
Dinsdag 22 januari, Macuto Venezuela
Wat een rotgeluid, een wekker tijdens je vakantie. Maar ja ik heb om tien uur
in de haven afgesproken en wil eerst langs de luchthaven die twintig kilometer
verderop ligt dan de haven. Om negen uur ben ik er, nadat ik het laatste
kwartier gelopen heb. Ik was met mijn nog niet geheel wakkere hoofd te vroeg uit de bus
gestapt. Na deze fijne ochtendwandeling, kom ik eerst in de Nationale luchthaven
terecht waar ik bij de toeristeninformatie terecht kom. Volgens mijn reisboek
moet ik naar The Tourist Department, waar ik op z’n Spaans dan maar
Departemento Turisto van maak. Die hebben ze volgens de dame achter de balie,
niet. Als het gesprek in het Spaans een beetje vast komt te zitten schieten er
een paar verkopers van toeristenreisjes haar te hulp en proberen mij een aantal
reisjes aan te smeren. Deze lui spreken wel engels, en ik doe net of ik geïnteresseerd
ben en laat de heren hun verhaal doen. Waarna ze voor mij een paar vragen
vertalen voor de dame van de toeristen informatie. Met z’n allen komen we
eruit dat die Tourist Department hier toch echt niet is.
Voor de zekerheid loop ik ook nog even bij Internationale Luchthaven langs die
twee kilometer verderop ligt, waar zich ongeveer hetzelfde scenario afspeelt.
Hier word ik ook niet veel wijzer, en besluit maar terug naar de haven te gaan
om op tijd voor mijn afspraak met Mijnheer Rodriquez te zijn. Op de terugweg
naar de haven nog snel even langs het internetcafe om wat zelfgemaakte
documenten uit te printen, kopietje maken, en zo lijken ze net echt. Nu moet ik
toch echt opschieten om nog op tijd te zijn. In de haven ligt een grote luxe
cruiseschip vol met Amerikanen zo te zien. Ik meld me bij de poort en leg uit
aan een ‘meneer met een heel groot geweer’ dat ik een afspraak heb met
Mijnheer Rodriquez van de Tousrist y Automobil club Agenta Aduana’s. ‘Nooit
van gehoord’ is het antwoord. Shit en nu, hier ben ik niet op voorbereid. Ik
stamel nog wat woordjes in het Spaans, en besluit me even terug te trekken in
mijn woordenboek. En komt dan met de zin. Kunt u dat niet aan iemand vragen? De
man kijkt me even aan, en pakt zijn telefoon en belt het Douane Kantoor. En
verteld dat ik even moet wachten. Na een minuut of vijf wordt er teruggebeld en
de man verteld me dat ik naar het gebouw moet lopen en dat ik daar verder wordt
geholpen. Dat valt weer mee, ik loop de lange pier naar het midden van de haven
af. Op het einde van deze pier staat het Douane Kantoor, hier ben ik nog niet
geweest. Aan de rechterkant ligt de immens grote cruiseboot, aan de linkerkant
ligt de gehele vissersvloot van La Guaira. Wat een verschil zo’n groot
spierwit drijvend hotel naast allemaal kleurrijke kleine visserbootjes. Wat
verderop zie ik nog een paar containerschepen liggen, en de zeilboot van Kapitein
Iglo.
Onderweg naar het Douane Kantoor vraag ik aan een paar toeristen waar de boot
vandaan komt. Het blijken inderdaad Amerikanen te zijn, de boot komt net van
Aruba en gaan vannacht weer weg naar Grenada. Bij het Douanekantoor wordt ik
opgehaald door een bewaker die me naar het kantoor brengt van Mijnheer Rodriquez
waar met grote letters Agenta Adouane Toursist y Automobil club boven staat. Ik
stel me netjes voor aan Mijnheer Rodriquez die zich op zijn beurt voorstelt en
de rest van zijn medewerkers voorstelt. Al snel gaat het gesprek over in het
engels. Ik geef al mijn documentatie af, daar wordt een document van gemaakt op
de computer waar ze een uur mee bezig zijn. Lettertje voor lettertje wordt alles
ingetikt. Dat ik van der Molen, heet en op de van der Hoopstraat woon geeft heel
wat problemen en wordt vaak omgewisseld. Maar na anderhalf uur zegt Mijnheer
Rodriquez dat ik vanmiddag maar even moet terugbellen, rond een uur of vier.
Met het gevoel dat er nu echt iets gaat gebeuren om mijn motor los te krijgen,
verlaat ik het Douane gebouw. Deze gebeurtenis moet gevierd worden, vind ik. Ik
sluit me aan in de rij toeristen die de luxe cruiseboot opgaan, met het plan op
me hier aanboord even lekker te verwennen. Als ik de loopplank oploop zie ik dat
deze boot de naam 'Volendam' heeft, typisch...Voor de zekerheid vraag ik nog wel
even een keer waarneer de boot weer vertrekt. Morgenochtend vroeg pas, na een
rondje door dit gigantische grote schip, kom ik boven aan het bovendek waar maar
liefst drie zwembaden zijn. Na een halfuurtje dobberen op een luchtmatras,
begeef ik me naar het koud buffet wat hier opgesteld staat. Even lekker westers
eten. Lekkere zalmsalades, krabcocktail en meer van dat soort lekkernijen. Op
naar de bar waar als ik een colaatje bestel, ze naar een of andere kaart vragen.
"Die ligt nog op mijn kamer", zeg ik snel. "Ik ga hem wel even
halen." Gelukkig
vragen ze niet naar een kamernummer. Nu is het wel weer genoeg geweest en loop
weer van boord, wat een gigantisch groot schip zeg, wel jammer dat het met al
die ouderen aanboord net een drijvend bejaardenhuis is. Nog even wat internetten
in het winkelcentrum en rond vier uur probeer ik de heer Rodriquez te bereiken,
die ik niet te pakken krijg. Dan ga ik morgenochtend maar langs, maar hij heeft
al gezegd dat er morgen waarschijnlijk niet gewerkt wordt vanwege een grote
demonstratie. Als ik in het hotel aankom, vraag ik het nog
even aan de eigenaresse die verteld dat er morgen in Caracas een demonstratie is
van de voor- en tegenstanders van de president. En zij stelt voor dat het morgen
niet de goede dag is voor mij om naar de stad af te reizen. Lijkt mij ook, zeg ik.
Waarschijnlijk wordt er morgen dus niet gewerkt in de haven. Dat kan er ook nog
wel bij, dacht ik vanmiddag nog dat het lekker opschoot, valt dat nu wel erg
tegen.
Woensdag 23 januari, Macuto Venezuela
Ik schrik wakker van een klap die van buiten komt, shit kwart over elf. Verslapen, ik zou vanochtend nog even bij de haven langs om te vragen hoe het er voor staat. Had ik toch een wekkertje moeten zetten. Snel pak ik mijn spullen bij elkaar en race naar de haven. Maar als ik bij het kantoor van de heer Rodriquez aankom is daar niemand aanwezig. En volgens mij werkt hij alleen ’s ochtends. Ik baal onwijs en nu weet ik nog niet wat er gebeuren gaat. Ik besluit nog maar weer eens te proberen te bellen maar ook dit geeft geen resultaat. Dus afwachten maar en het morgenochtend weer proberen. ’s Middags toch weer even langsgelopen, de bewakers kennen me ondertussen dus mag ik gewoon doorlopen. Maar niemand thuis, zullen wel aan het demonstreren zijn in Carácas. Ik heb net in het hotel nog wat beelden gezien van de demonstratie voor vrijheid en democratie, het ging er volgens mij erg vredig aan toe. Kan me eigenlijk ook niet voorstellen dat er ook tegenstanders zijn, maar dat zullen wel weer aanhangers van de president zijn. Weer iets om aan de eigenaresse van het hotel te vragen. Voordat ik naar mijn internetcafé de post van vandaag ga ophalen. Toch nog maar even bellen met mijn Rodriquez, en jahoor hij neemt op. Niet geheel verassend zijn er wat problemen en moet morgenochtend bij de Douane komen met mijn documentatie, en mijn paspoort. Ze willen zien of ik wel een visum heb voor de 6 maanden dat ik mijn motor tijdelijk wil invoeren. Uit de stempel die ik heb gekregen bij binnenkomst in Venezuela kan ik niet opmaken hoeveel maanden mijn visum geldig is. Ook willen ze de originele aankoopbon zien, wat me iets meer zorgen baart. Dit is dat document wat van eigen hand komt. Maar ze zijn er in ieder geval mee bezig, dat is in ieder geval iets. Ik probeer al sinds ik in Venezuela ben, contact te krijgen met mijn eigen internetpagina, daar wil ik namelijk dit reisverslag en wat foto’s opzetten. Maar ik kan geen contact krijgen, nu heb ik al verscheidene manieren geprobeerd maar het lukt maar niet. Vandaag heb ik me maar gewonnen gegeven en via de e-mail de hulp van wat bevriende intergoeroes in Nederland om toch dit reisverslag en wat foto’ s op het internet te krijgen. Na het uurtje internetten nog even langs een motorzaak geweest, om nog wat onderdelen aan te schaffen maar die blijkt dicht te zijn als ik daar aankom. ’s Avonds hoor ik via de wereldomroep over de massale demonstratie in Carácas, die de vorige keer waren zijn uitgelopen tot massale vechtpartijen tussen de voor-en tegenstanders van president Sanchez, die bij de laatste verkiezingen zijn populariteit zag halveren. Maar hier aan de kust merk je weinig van de demonstraties, ik heb vandaag weinig verschil met andere dagen gezien. Misschien waren er wat meer winkels gesloten vandaag, maar dat is ook alles.
Donderdag 24 januari, Macuto Venezuela
Erg vroeg mijn bedje uit want ik moet om acht uur bij mijnheer Rodriquez op
kantoor zijn, en aangezien de bussen ’s ochtends nogal vol kunnen zitten Sta
ik al op tijd bij de weg naar de haven. Maar het valt mee de eerste bus die
langs komt stopt en ik mag er bij, want hij zit aardig vol er zijn geen
zitplaatsen meer dan maar staan wat voor mij lastig is, de bus is zo’n 20 cm
korter dan ik, en de 5 kilometer naar de haven duren voor mij gevoel ook erg
lang. Maar om kwart voor acht stap ik uit voor de poort van het Douane gebouw.
Ik heb mijn beste pak aangetrokken, wat betekent, mijn pijpen aan mijn korte broek gerist, en
een schoon shirt aan, en misschien een beetje opportunistisch mijn motorjas
aangetrokken. Frisse adem en haar
in de krul. Niet dat het veel zal uitmaken, maar we doen ons best. Mijnheer
Rodriquez verteld over de problemen, en zegt dat ik het beste met zijn
assistente zo meteen naar het Douanekantoor kan gaan, en mijn paspoort en de
aankoopbon van de motor daar laten zien. Als dat voor elkaar is kunnen we vanmiddag
naar de loods toegaan om daar te kijken hoeveel de kosten voor de opslag zijn.
En dan kan ik waarschijnlijk voor het eerst bij de krat. Een half uurtje later
loop ik met de assistente Carola naar een gedeelte van de Douane die weer
helemaal aan de andere kant van de haven zitten. Daar aangekomen lopen we door
een hoop gangetjes en komen bij een kantoor uit. Waar ik mijn paspoort
overhandig en de aankoopbon, verder willen ze ook nog mijn internationaal
Rijbewijs en Kentekenbewijs hebben. Na wat onderhandelen, kunnen we om twee uur
vandaag terugkomen voor de uitslag. Dus om negen uur sta ik weer buiten en heb
tot half twee niks te doen, dan maar weer naar het winkelcentrum, waar ik in de
supermarkt alvast kijk welke etenswaren ik hier voor de grote reis naar Suriname
kan inslaan. Verder loop ik nog even langs de motor zaak die gisteren dicht was.
Vandaag is hij wel open, en vraag voor wat onderdelen, en de man verteld dat ik
daarvoor naar Carácas moet. Nu weet ik niet meer wat ik moet doen en besluit
maar terug naar mijn hotelkamer te gaan. Twee uur sta ik bij het Aduana Kantoor,
maar geen Carola. Misschien is ze binnen maar ik kom er zonder haar niet in. Nu
begin ik te twijfelen, hadden we niet bij de haven afgesproken. Ik kan het best
verkeerd hebben verstaan, aangezien zij alleen maar Spaans spreekt. Ik besluit
nog even vijf minuutjes te wachten en loop dan naar de haven. Daar is ze ook
niet, maar weer terug naar het Aduana Kantoor, nog een kwartiertje gewacht. Om
half drie is ze er nog steeds niet. En ik zie de kans om mijn motor voor dit
weekend te hebben steeds kleiner worden. Dan maar naar haar kantoor in de haven,
daar is ze ook niet. Ik besluit de heer Rodriquez zelf maar te bellen, want ik
wil toch dat er nog wat gebeurd vandaag. Shit telefoonkaart op, het zit ook niet
mee. En nieuwe verkopen ze hier niet, dit schiet lekker op zo. Snel het dorpje
in om een nieuwe te kopen, maar krijg geen gehoor bij de heer Rodriquez. Dan
maar naar het winkelcentrum. Ik loop onderweg naar het winkelcentrum even langs
het Aduana Kantoor, en wie kom ik daar een uur te laat tegen… Carola. Ik wil
haar vertellen dat ik al een uur naar haar opzoek ben, maar besluit maar de doen
alsof het heel normaal is om een uur te laat op een afspraak te komen. Tenslotte
moet ik haar te vriend houden. Zij verteld me dat de Aduana ’ s meer tijd
nodig hebben, omdat mijn visum die ik in de haven heb gekregen maar drie maanden
geldig is, en ik voor een visum voor vijf maanden heb aangevraagd voor mijn
motor. We worden om vier uur weer verwacht. Iets wat me zeer verbaasd, om dat ze
meestal pas de volgende dag weer willen afspreken. Een visum voor drie maanden
vind ik ook geen probleem, want ik zit toch met twee weken in Brazilië. Om vier
uur lopen we het Aduana Gebouw in, maar de bewaking willen mij niet binnenlaten
omdat ik ondertussen mijn korte broek weer aan heb. Vind je het vreemd, het is buiten 40 graden
zeg ik. Maar regels zijn regels en ik kom er echt niet in. Ik besluit me er maar
bij neer te leggen, en geef de documenten aan Carola, die het zonder mij gaat
proberen. Een halfuurtje later komt ze naar buiten alle documenten zijn
goedgekeurd maar het kantoor waar ze de documenten afstempelen is nu al
gesloten. Het is ondertussen half vijf. Maar Carola verzekerd me dat het alleen
een kwestie van afstempelen is en dan kunnen we naar de opslag toe waar de krat
met mijn motor erin staat. Daar de documentatie regelen, en dan kan ik de motor
meenemen. Dit betekent dat ik morgen mijn spullen heb. Maar dit is me de
afgelopen week al vaker beloofd, en hou nog een slag om de arm.
Ik besluit voor dat ik terug naar het hotel ga, nog even langs het winkelcentrum
te gaan om wat email te versturen en nieuwe mail te bekijken. En alvast wat geld
te pinnen om morgen de kosten van de Aduana te betalen. Beter… een mailtje van
Ingrid, en van Don Zobel ( een man waar ik al twee maanden contact mee heb, en
ook dezelfde route als mij reist en zodoende mij veel info over de route geeft) Erg blij en opgelucht na de
gebeurtenissen van vandaag, en dat
ik misschien morgen mijn motor mee krijg, loop ik richting de bank.
Maar kan mijn creditcard niet vinden, die vast nog wel in mijn hotelkamer ligt.
En besluit terug naar het hotel te gaan. In het hotel aangekomen ga ik eigenlijk
meteen op zoek naar mijn creditcard, maar kan die niet vinden. Ik snap er
helemaal niets van waar kan dat ding nou zijn. Ik haal tot twee keer toe alles
overhoop maat geen creditcard. Ik snap niet waar die gebleven is. Ik heb hem
altijd in mijn money-belt onder mijn kleren, en ben altijd heel voorzichtig met
mijn geld. Ik kan niets anders bedenken dat ik die in de geldautomaat heb laten
zitten, waar ik hem twee dagen geleden voor het laatst heb gebruikt. Ik begrijp
niet dat dit mij nu gebeurt. Gelukkig heb ik nog $1000,-- aan travellercheques
en cash geld bij me. Maar ik heb stille hoop dat hij nog bij de bank ligt, en
besluit daar morgen eerst te kijken voordat ik de boel laat blokkeren. Ik baal
als een stekker en ben de hele avond onwijs sacherijnig. De ervaren wereldreiziger.... raakt het allerbelangrijkste stukje van zijn bagage kwijt,
wat voel ik me ontzettend stom.
Vrijdag 25 januari, Macuto Venezuela Km 3,5 Totaal Km 3,5
Om acht uur ben ik bij het Aduana kantoor, maar Carola is in geen velden of
wegen te bekennen. Kwart voor negen
is ze daar dan eindelijk, ze heeft zich verslapen. En verteld dat ze zo boos was
dat ze zich verslapen had dat ze hard met haar vuist tegen de muur heeft
aangeslagen. Haar hele handpalm is blauw. Ik weet niet wat ik hier nou weer van
moet maken. En zegt iets van of ze ijs wil voor haar hand, nee ze heeft er al
zalf op gedaan? Tja hier kan ik niet tegenop en we laten het dan daar maar bij.
In het Aduana Kantoor gaan we opzoek naar de persoon die het importvisum van
mijn motor gaan afstempelen, aangezien die er gister niet was. Wat blijkt ze is
er nu ook niet en we kunnen beter om één uur terugkomen. Dat schiet dus ook
niet op. Om negen uur is de bank open gegaan, maar heb wat problemen om dat aan
mijn bureaucratiegids uit te leggen, want Carola wil naar het opslagbedrijf die
de krat al tien dagen heeft en vragen wat de kosten daar zijn. Ik doe nog een
poging om uit te leggen dat ik toch echt naar de bank moet. Maar Carola heeft
haar zinnen op het opslagbedrijf gezet en daar gaan we ook heen.
Het begint al lekker warm te worden terwijl het nog maar kwart over negen is. We
gaan de haven in, en moeten ergens twee kilometer het haventerrein op zijn. Dan
is het hier heel gewoon dat je een lift probeert te versieren. Als vrouw in een
mannenwereld heeft Carola daar geen probleem mee. En geen vijf minuten later
staan wij bij het overslagbedrijf, waar het in het kantoor erg druk is, al wij
aan de beurt zijn blijken mij de opslagkosten onwijs mee te vallen, ik had ruim
twee keer zoveel verwacht. Het eerste meevallertje, we kijken ook meteen over in
de loods. En ja hoor daar staat de krat, ik zie dat de krat dienst doet als
lunchbank, want er liggen allemaal etensresten op. en zit vol met
schoenafdrukken op zit hoogte. En ziet er verder vrij gehavend uit, maar goed
dat ik dik hout aan de buitenkanten heb gedaan en de binnenkant vol met
schuimblokken (nee, niet dat snoep,
maar dat schuim wat ik banken en bedden zit, maar dan in blokvorm!!!) Om één
uur met Carola afgesproken bij de Aduana, en ik snel naar de bank.
Bij de bank weet ik het verhaal in het Spaans ondertussen uit mijn hoofd en na
twee keer verteld te hebben dat ik twee dagen geleden mijn creditcard vergeten
ben in de geldautomaat, komt het over. De dame in kwestie gaat verhaal halen bij
haar chef.
En ja hoor ze hebben nog, hij was ingeslikt door de automaat, dat gebeurd als je
de pas niet uit de automaat haal. Alleen is hij door midden geknipt, en wordt
opgestuurd naar Nederland. Ik al onwijs blij dat er geen Zuid Amerikaan met de
pas aan de haal is gegaan. Ik schrijf even alle gegevens op, neem een fotootje
van de pas. En bij de bank vragen ze een nieuwe pas voor me aan. Die ik daar dan
moet ophalen, ik probeer nog te regelen of hij hier na toe kan worden opgestuurd
maar dat lijd tot een grote communicatie storing. En ik bedankt de
bankmedewerkers vriendelijk en ga het zelf wel met de Rabobank regelen. gelukkig
kan ik hier met mijn Eurocard ook pinnen, en neem meteen maar genoeg geld op
voor de komende weken. Gelukkig valt dit dus wel mee, maar het blijft natuurlijk
ontzettend stom van me.
Via het internet zoek ik contact met mijn bank, en leg het verhaal uit, en zal
dan maandag dan wel zien wat er allemaal mogelijk is. Maar als ik in de grote
steden kan pinnen met mijn eurocard en met $1000 in travellercheques en cash kom
er ook wel, maar een creditcard blijft erg handig.
Om één uur zit ik weer ruim een uur op Carola te wachten, en in de brandende
middagzon is dat geen pretje. Als ze er dan toch is begrijp ik haar excuus niet,
en wordt helemaal moedeloos als we te horen krijgen dat de dame van de stempel
naar een of andere reünie is. Twee dagen wachten op een stempel dat is toch
niet normaal. Maar we kunnen binnen op de dame wachten die elk moment kan komen.
Zo wordt het half drie, om drie uur besluit Carola het over een andere boeg te
gooien en gaat in plaats van de stempel voor de handtekening van de directeur
van het Aduana kantoor. Om half vier hebben we die en racen naar de haven om nog
voor vieren de documentatie met het opslagbedrijf rond te krijgen. Gelukkig
krijgen we in de haven snel een lift en zijn we ruimschoots voor vieren bij het
opslagbedrijf, waar het nog steeds erg druk is. Als wij aan de buurt zijn, laat
ik Carola het meeste praten doen, en ik daar sta daar een beetje meeknikkend en
lachend naast. Ik heb geen idee waar het over gaat totdat een paar keer het
woord firma hoor vallen. Firma is stempel in het spaans en het gaat dus over de
handtekening die wij ipv een stempel hebben. Carola probeert het nog een paar
keer met wat geslijm maar de dame in kwestie blijft bij haar standpunt. Carola
loopt boos weg, en ik loopt er maar weer achteraan. Dit is niet goed, het gaat
nu zeker maandag worden voordat ik de motor heb, denk ik. Carola versiert weer
een lift en wij gaan terug naar het Aduana Kantoor, waar de dame van de stempel
opeens gearriveerd is, en neemt rustig alle tijd om voordat ze ons de stempel
wil geven eerst even alle papieren door te lezen. Eindelijk krijgen we dan de
stempel, maar het is te laat om de motor nog op te halen. Of toch niet, Carola
vraagt het aan mij, en ik zeg dat we altijd even kunnen gaan kijken, dat duurt
toch maar een paar minuten. Vijf minuten later staan we voor een vaste deur bij
het opslag bedrijf, maar Carola weet zichzelf langs de bewaker te praten. Een
minuut of vijf later ben ik ook langs de bewaker. "Waar het vrijwaardingsbewijs van het
bedrijf die de shipping & handling hebben gedaan is?" Vraagt Carola. Ik kijk snel in mijn
papierhandel, maar die heb ik niet. Carola word nu een beetje pissig en zegt
waar ik die gedaan heb dan. Waarop ik zeg dat ik twee dagen geleden alle
papieren aan haar heb gegeven. Opeens schiet me te binnen dat het papiertje
tussen een stapel andere papieren in het hotel legt. Maar Carola moet hem ook
hebben, zij heeft twee dagen geleden alle papieren van mij gehad, en gekopieerd wat belangrijk is. Het lijkt gebeurt voor vandaag. Ik vraag
nog aan Carola of dat document niet doorgefaxt kan worden vanuit het kantoor van
het betreffende bedrijf. En geef haar het nummer van het meisje wat me daar
geholpen heeft. En ja hoor binnen minuten hebben wij de fax, en het lijkt nu te
gaan gebeuren. Omdat het nu tegen vijven loopt wordt mijn krat alvast buiten de
loods gezet en gaan de deuren op slot. Dus die moet mee. Carola heeft geregeld
dat haar vriend Mike met zijn pick-up de krat naar mijn hotel wil brengen want
zij wonen ook in Macuto. Binnen in
het kantoor betaal ik het verschuldigde bedrag plus wat meer voor het afhandelen
nog vandaag ( op aanraden van Carola, die waarschijnlijk al een bonus beloofd
had ) De mannen van de haven krijgen ook nog een centje, want ze zetten de krat
op de pick-up. Ik voel me net sinterklaas met al dat uitdelen van geld. Maar we
hebben ‘m denk ik. we binden de boel vast.
Nu moeten we alleen nog van de havenpolitie de laatste stempel krijgen bij de
uitgang, en dan zijn we er. Het is zes uur voordat we bij de uitgang zijn, en we
lopen met alle papieren het kantoor binnen, en worden verwezen naar een kantoor
waar drie legerofficieren die achter een computer een spelletje DOOM aan het
spellen zijn. Één van drie staat ons te woord bekijkt rustig alle documenten
en vraagt af en toe wat. En dan wil hij het orgineel hebben van het
vrijwaardingsbewijs, en Carola legt het verhaal nog een keer uit, en verteld wat
we allemaal al hebben gedaan, en vraagt of een kopietje ook astjeblieft goed is.
Maar de man blijft bij zijn standpunt. En nu hebben we een probleem, de krat kan
niet meer terug naar het opslagbedrijf want die is dicht, en tijdens de tijd dat
wij hier bij de havenpolitie zijn is Mike de krat al aan het openmaken. Carola
is niet meer aanspreekbaar, en ik snap nu dus ik niet meer wat er gaat gebeuren.
En ze gaat zonder wat te zeggen ergens heen. Ik probeer aan Mike te vragen wat
er aan de hand is, maar hij verteld me dat ik nog even geduld moet hebben en dat
het wel goed komt. We rijden weer terug naar het opslag bedrijf, en ik denk dat
dit het eindpunt wordt voor vandaag.
Dan wordt Mike gebeld op zijn mobiele telefoon en rijden we weer terug naar de
haven politie waar we Carola ook weer tegenkomen. Ze zegt dat het nu in orde is,
en we gaan weer het kantoor in waar een andere legerofficier nog een keer rustig
alle documentatie bekijkt, en dan eindelijk alles goedkeurt en weer twee
documenten toevoegt aan de paperassen. Nu denk ik dat het gebeurt is maar de man
wil ook nog even naar de motor kijken. Bij de krat aangekomen inspecteert hij de
hele krat en kijkt naar het frame en motornummer, kentekennummer. Dan gaat
Carola weer het kantoor in en duurt het nog een half uur voordat zij naar buiten
komt en we dan toch weg mogen. In de tussen tijd heb ik alle houten platen van
de krat verwijdert. Een laatste controle bij de poort, waar alle documenten
nogmaals grondig worden bekeken en dan zijn we eindelijk uit de haven vandaan.
Het is acht uur ’s avonds als we bij het hotel aankomen, waar al gauw de hele
buurt uitloopt om te kijken wat er aan de hand is. En dat komt heel goed uit,
want we hebben een paar sterke kerels nodig om de krat van de pick-up af te
tillen. Er zijn vrijwilligers genoeg en met z’n zessen is het geen probleem.
Ik bedankt Carola en Mike van harte en besluit haar een flinke fooi te geven
voor al haar werk. Want ze heeft flink haar best gedaan om alles voor het
weekend te regelen. Snel ga ik aan de gang om de krat rond te motor te slopen,
wat met een gewone schroevendraaier nog al veel tijd en kracht in beslag neemt
maar het lukt aardig. Als alleen de onderkant er nog staat zet ik het voorwiel
erin, en duw de motor van de pallet af. Voordat het stuur, het voorscherm en
alle kappen erop zitten en de banden zijn opgepompt zijn we weer een uur verder.
Maar om half tien laat ik is de motor helemaal klaar. Tijd om te starten, choke
uit, en ja hoor hij loopt in één keer. Ik laat de motor een halfuurtje draaien
en controleer is de olie, voordat ik een klein rondje ga rijden. Alles werkt
perfect.
Ik had van te voren al gevraagd of ze een veilige plek voor de motor hadden en
ik mag de motor gewoon binnen in de receptie zetten, geen probleem. En de krat
kan wel in de schuur staan en als ik niet hier vandaan terug ga, dan kunnen ze
het hout wel ergens anders voor gebruiken. Na een laatste ronde op de motor,
langs het restaurant waar ik meteen even ga eten, zet ik de motor in de receptie
met alle sloten er om heen en het afdekkleed erover heen.
Zaterdag 26 januari, Macuto Venezuela Km 21,6 Totaal: Km 25,1
Na alle drukte van gister is het vandaag even uitslapen, en om twaalf uur
naar het winkelcentrum waar ik nog even van alle belangrijke documenten drie
kopietjes laat maken. Verder inkopen doen in de supermarkt. Ik koop veel blikvoer,
soep en pasta en vijf flessen water, genoeg om onderweg driedagen te van kunnen
leven. Terug bij het hotel ben ik de rest van de middag aan het sleutelen aan de
motor en ga om half vijf tanken in het dorpje verderop, waar het eerste grote
tankstation zit. Het is zeven kilometer van mijn hotel naar het tankstation en
ik weet niet of ik genoeg benzine heb. Maar besluit het er maar op te gokken
aangezien het nu half vijf is en de pomp om vijf uur dichtgaat en er morgen
(zondag) waarschijnlijk nergens benzine te krijgen is. Bij de pomp aangekomen,
gaat er 22,8 liter in de tank, dus had ik nog maar iets van een halve liter
benzine erin zitten. Ook de reserve jerrycan van vijf liter gaat vol. Voor de
duurste benzine, 98 octaan loodvrij, betaal je hier ongeveer 100 bolivar (15
eurocent)
Verder koop in nog olie, en wat andere spullen voor de motor. Nog even wat
internetten en dan weer terug naar het hotel, onderweg merk ik op dat het
voorwiel een geluid maakt alsof er iets aanloopt. Terug bij het hotel zie ik dat
ik het wiel er gisteren niet goed heb ingezet, en
doe dat nu wel. De vering instellen voor de zware bepakking is nog een
hele klus, maar ook dat is klaar. De banden op de juiste spanning en dan is de
motor klaar voor de eerste reisdag. Ik heb besloten om morgen weg te gaan en
zodoende maandag op Isla Margarita aan te komen. Ik zet de motor weer binnen en
ga met Franz een Oostenrijker die ook in het hotel verblijft, en de eerste
andere toerist die ik hier in twee weken zie, eten in het restaurant. Het is
erg gezellig, en wordt al snel erg laat. Omdat ik alle spullen nog moet
inpakken en morgen vroeg weg wil, ga ik weer terug naar mij hotelkamer. Het
inpakken van al mijn spullen neemt meer tijd in beslag als ik gedacht zou
hebben, en ben tot laat in de nacht bezig.
Zondag 27 januari, Macuto Venezuela Km 436,3 Totaal Km 461,4
Vijf uur gaat de wekker, de laatste spullen inpakken. En gaan eerst de
koffers aan de motor. Alle etenswaren en kookspullen gaan in de topkoffer. Het
gereedschap in het onderste gedeelte van de tanktas, de reisboeken en kaarten in
het bovenste. In totaal negen liter water en alle reserveonderdelen en
vloeistoffen gaan in de zijtassen voor. Tegen de tijd dat de motor klaar voor
vertrek is, en ik afscheid van iedereen heb genomen loopt het tegen achten. Nog
een laatste foto van het hotel en om acht uur rij ik Macuto uit.
De weg richting het zuiden begint in Carácas en het is ongeveer 350 kilometer
naar de havenplaats Peurto La Cruz waarvandaan de veerboot naar Isla Margarita
vertrekt. Er is nog een andere route, de kustroute. Deze weg schijnt erg slecht
te zijn onverhard, maar wel erg mooi en gaat dwars door twee nationale parken,
en komt halverwege uit bij de snelweg richting Peurto La Cruz. Ik heb besloten
om eerst de kustroute te nemen, want ik heb geen zin om door Carácas te rijden
met de motor. Verder kijk ik wel hoe ver ik kom vandaag en ga niet lopen haasten
om de boot de halen.
Het eerste stuk naar Caribe (het dorpje waar ik gister getankt heb) is het al
vrij druk op de weg, maar daarna wordt het al snel minder met het verkeer. De
weg loopt langs de kust, en de schade van de modderstromen is vooral in het
eerste stuk tot aan Naiguata goed zichtbaar. De weg is erg slecht met alleen af
en toe een stukje verhard weg, die dan meestal vol met grote gaten zit. Aan de
linkerkant mooie witte stranden, en rechts lopen de bergen stijl omhoog. Na
Naiguata, het laatste dorpje van enige betekenis voor de komende 130 km. volgt
de weg verder de kust maar gaat af en toe een stuk de bergen in, en is daar soms
erg stijl. Na een uur op de motor, neem ik een kwartiertje de tijd om wat te
eten en drinken en loop de motor nog een keer helemaal na, maar alles ziet er
goed uit. De weg blijft tot aan los Carácas de kust voor een groot deel volgen.
Na los Carácas begint het Avila National Park, een regenwoud.
De weg loopt na los Carácas stijl omhoog door het regenwoud de bergen in, en de
kust is de komende dertig kilometer allen af en toe te zien. De weg is smal en
gaat stijl onhoog en naar beneden bestaat voor een groot gedeelte uit betonnen
platen, maar er zijn ook grote onverharde stukken, en omdat het gister flink
geregend heeft is het flink modderig op sommige stukken. En al snel komen de
eerste riviertjes die moeten worden overgestoken, maar dieper als 40 cm zijn de
meeste niet. Maar ik kijk wel eerst goed voordat ik oversteek, en als het wel
een diepere oversteek is laat ik de motor eerst even afkoelen. Het pad loopt
door dichte jungle aan beide kanten en op sommige stukken valt het daglicht
helemaal weg.
Opeens rijdt een bulldozer vanuit het niets de weg op en ik moet vol in de
ankers op niet achterop te knallen. Ik sta nog flink te vloeken als hij opeens
achteruit komt rijden. Ik kan hem nog net ontwijken door snel de berm / jungle
in te rijden. Pas als ik flink toeter en schreeuw ziet de bestuurder me, haalt
zijn schouders op, en rijdt verder. Een van de banden van de bulldozer heeft een
van de koffers geschampt, maar daar blijft de schade bij. Na vijf minuten
ploeteren ben in uit de jungle vandaan en de motor zit nu helemaal onder de
modder, en takjes.
Na Chuspa gaat de weg de bergen in, en is dit het laatste strand voorlopig. Nu
is de weg totaal onverhard voor de volgende 40 kilometer en er zijn grote
stukken van modder, waar ik af en toe een auto in zie ploeteren, bij de meeste
modderige stukken kan ik langs de kanten de grote poelen omzeilen, maar soms
moet ik er ook aan geloven. De jungle is hier erg dicht en de rivieren zijn hier
vrij groot, en de bruggen zijn er redelijke conditie, als is het wel uitkijken
met oversteken want bij sommige missen er een paar planken. Er daar wil je niet
inrijden met de motor. Zo’ n 30 kilometer voor Higuerote begint de beschaving
weer terug te komen en 10 kilometer voor Higuerote is de weg zelfs weer af en
toe geasfalteerd . Alleen staat de route niet aangegeven en vergis me af en toe,
maar vraag vaak de weg om niet teveel hoeven terug te rijden. Maar vaak als ik
verkeerd rij dan houd de weg dan ook snel op. In Higuerote heb ik er 130
kilometer opzitten waar ik vier en half uur over heb gedaan. Higuerote is tot
mijn verbazing redelijk groot en heeft een modern tankstation, en ik besluit van
benzine tot me te nemen. De motor heeft over deze 130 kilometer zeven liter
gebruikt, dat is een benzineverbruik van 1 : 18 onder redelijke slechte
omstandigheden, niet verkeerd. Verder eet ik hier wat en ga een half uurtje
rusten in de schaduw. Eigenlijk was het plan om op het heetst van de dag ergens
een siesta te nemen, ik had gehoopt nu al 50 kilometer verderop bij het Laguna
de Tacarigua National Park te zitten, en daar een siesta te houden. Om een of
ander reden komen er na een halfuur bij het benzine station allemaal jochies bij
de motor kijken en stellen me allemaal vragen. Ik heb de ene nog niet vertaald
of daar is alweer een volgende vraag. Het wordt me teveel en vertrek richting
het Laguna de Tacarigua National Park. De weg is tot Tacarigua slecht maar
daarna richting Rio Chice een knappe asfaltweg en om twee uur ben ik bij het
Laguna de Tacarigua National Park. Een laguna waar heel veel flamingo nesten.
Als ik langs de laguna rijdt zie ik inderdaad een paar van de vogels, maar vind
het de moeite niet om te stoppen en rij door tot het strand.
In parkeer de motor bij een strandtentje in de schaduw en trakteer me zelf op
een colaatje en later een koffie. Het strand hier is ook weer schitterend
parelwit en kan zo de bounty reclame in. Om drie uur kijk ik even bij de mond
van de laguna, en zie ik nog wat meer van die roze flamingo’ s. En ga daarna
onderweg richting de grote weg naar het oosten, waar ik om vier uur ben. Maar
dit blijkt een gewone tweebaansweg te zijn, ook met af en toe een paar flinke
gaten in de weg. In twee uur rij ik naar Barcalona, de weg verandert af en toe
in een vierbaans tolweg, maar dit zijn meestal maar stukjes van 10 km, waar je
dan 10 eurocent aan tol voor moet betalen. De Venezuelanen kunnen echt niet
autorijden, geven geen richting aan, en halen op de meest onmogelijke plaatsen
in. Verkeersregels zijn hier alleen in theorie en de praktijk is dat het
grootste voertuig het meeste voorrang neemt. En ik als gringo op een motor sta
ergens helemaal onderaan. Op de snelweg hou ik de snelheid tussen de 80 en 90,
harder dan vang ik met de grote koffers en bepakking te veel wind en dat rijdt
niet prettig, bovendien kan ik met deze snelheid ook nog de gaten in het wegdek
omzeilen. Na Barcalona en de havenplaats Puerto La Cruz slingert de weg de
bergen en volgt de kust van baai tot baai in en rij het laatste stukje naar
Santa Fe in het donker. Santa Fe ligt aan een kleine baai, en heeft ook een mooi
strand, waar de meeste hotels zich bevinden. Ik rij ook het laatste stuk over
het strand, en huur een bungalow voor de nacht waar de motor ook binnen kan
staan. Helaas is de poort naar de bungalows erg smal en moeten de koffers eraf,
voordat ik er door kan. ’s Avonds met wat andere reizigers wat gegeten en
gedronken en verhalen over Venezuela uitgewisseld.
Carola bij de krat waar de motor in zit.
Eindelijk onderweg.
<< week terug << overzicht bovenkant pagina >> week verder >>